Nieuws

‘De opa van’

Laatst geupdate: vrijdag 08 december 2023

De deur zwaait open en met een hartelijk ‘welkom in huize Donar’ word ik begroet met een brede lach door Albert Zuidema. Inderdaad, de opa van en de gelijkenis met Kjeld is treffend. In het halletje foto’s van de kleinkinderen en prominent in een hoek het ingelijste oranje shirt van Kjeld. Een kadootje voor zijn oma, na de gewonnen 3x3 wedstrijd van Oranje in Frankrijk met de jeugd (2019).

Eenmaal binnen komen de verhalen los en heel veel herinneringen komen weer boven drijven.

5-1701702916.jpg

Albert is nu 82 en speelde in de jaren 60 basketbal in Groningen bij GBC, de Groninger Basketbal Club. Hij vist direct een papier tevoorschijn met daarop een stuk geschiedenis, wat Kjeld voor hem heeft uitgeprint. Spelen op vrijdagavond in de Korenbeurs, dat was de enige avond die beschikbaar was en de hele competitie werd daar afgewerkt tot laat in de avond. Eerst de jeugd en ’s avonds de lange mannen. Albert: “In die tijd ging ik ook altijd al naar wedstrijden van Donar kijken.”

GBC was een openbare club, de goeie spelers gingen studeren bij Vindicat en kwamen bij Donar terecht. Overal waren in die tijd basketbalclubs bij middelbare scholen en studentenverenigingen: Groene Uilen, Sphaira (wat later opging Siegfried) van het Praedinius, Thor van de Dalton HBS. Maar ook de politie had een eigen club, GPSV, de vliegschool in Eelde had een basketbalclub en in Hooghalen zat de SMLO, de militaire opleiding voor lichamelijke opvoeding.

Naast het werk volgde Albert in de avonduren opleidingen in boekhouden, economie en statistiek en dit betekende dat er geen tijd meer overbleef voor basketbal.

“Ik heb Albert van den Ark nog zien spelen en Martin de Vries en nu kijk ik naar mijn eigen kleinzoon. Het bericht dat Albert is overleden raakte mij wel, er komen weer zoveel herinneringen boven en het is een soort nostalgie. Kjeld is nu ongeveer zo oud als ik toen ik stopte. Het is net of je naar een film van vroeger over jezelf zit te kijken, zo beleef je het ook. We weten nog heel goed dat hij voorzichtig zijn eerste stapjes maakte en nu zien we zijn enorme sprongkracht in Martiniplaza. Hij is nu 1 meter 94, als hij hier binnenkomt dan is de hele deuropening gevuld.”

En dan van opa naar de kleinzonen. Kjeld is nu begonnen aan het vierde jaar bij Donar, zijn jongere broer Sven speelt bij Celeritas. Vader Hans heeft gespeeld bij HSVB in Haren en doet nu nog wel scheidsrechterswerk. Achter het ouderlijk huis lag destijds een basketbalveldje, waar de jongens altijd speelden. Kjeld ging een keer mee met Sven, die destijds basketbalde in Wildervank bij Aquilla en ja, dat vond hij ook wel wat. Toen hij nog op de middelbare school zat werd hij geselecteerd voor het RTC (Regionaal Talenten Centrum), waar hij getraind werd door Marco van den Berg en Pete Miller. Albert: “Kjeld moest dan ’s morgens van huis eerst met de bus naar Gieten, dan naar Groningen en dan nog naar het Zernike. Om zes uur de deur uit en om 8 uur avonds weer terug. Dat was studeren, trainen, reizen, eten en slapen.” En dan enigszins verbaasd maar ook trots: “Als ik daar nu aan denk was het eigenlijk ook wel een enorme doorzetter. En dat is hij nog steeds.”

Al vanaf dat hij van de middelbare school kwam wilde hij profbasketballer worden, daar was hij heel duidelijk in. Albert had zo zijn twijfels: “Is dat nou wel een beroep, is het niet verstandiger om te gaan studeren? Maar het is een kans, als daar je ambitie ligt moet je dat doen. Studeren kan later ook altijd nog, Kjeld kan goed leren en was goed in wiskunde.”

De hele familie komt kijken als het mogelijk is, opa en oma zijn niet alleen bij alle wedstrijden van Kjeld aanwezig, maar ook als zijn jongere broer Sven speelt bij Celeritas. Oma Arendje: “Dat is daar heel anders en veel kleiner, maar ook heel gezellig en we kennen elkaar daar allemaal. Gelukkig kunnen we dat altijd mooi combineren.”

De coronatijd was niet makkelijk, maar afgelopen jaar was ook een moeilijke tijd, vertelt Albert. Hij had niet alleen zorgen om de club, maar ook om zijn kleinzoon. Zou hij zijn sportcarriėre nu mislopen? Zou hij door Leeuwarden of Zwolle opgepikt worden, dan konden ze nog komen kijken. Of misschien ver weg? Ook over het aanvoerder zijn had hij zo zijn bedenkingen. “Is hij niet te jong, kan de druk te groot worden? Er komt heel wat op je af.” Gelukkig kon Jacob Klompien hem

daarin geruststellen. “Kjeld wordt daarin zeker ondersteund. En de coach zei dat dit de meest logische en praktische aanwijzing was: ‘Kjeld was de enige met Donar-DNA’.”

Hoe denkt Albert over de toekomst van Kjeld? “Talent moet zich aandienen. Tussen 21 en 24 jaar moet dat zich zover ontwikkelen en een dusdanig niveau hebben, dat je een bijdrage kunt leveren aan de nationale competitie. Ik denk dat deze periode ook wel vormend is. Hij heeft al veel meegemaakt en voor zijn persoonlijke ontwikkeling is het ook heel goed. Veel verschillende coaches, veel verschillende spelers, mee naar het buitenland, elk jaar in een andere omgeving. Hij staat volop in de aandacht, Instagram, Facebook, DvhN, RTVNoord, DonarTV, hoe ga je daar mee om? En hij heeft natuurlijk maar één grote droom: de Olympische Spelen in 2028.”

Als de wedstrijd begint zijn Albert en Arendje er altijd een half uur eerder. Ook als zijn vrouw zegt dat het nog veel te vroeg is: “Voor mij begint de wedstrijd dan. Ik wil zien dat ze opkomen, hoe ze met elkaar omgaan. Natuurlijk zijn we altijd blij als Kjeld scoort, maar als hij maar van de nul af is dan is bij ons de spanning er ook af. Tja, topsport is emotie. En op maandagmorgen haal ik altijd als eerste de krant uit de bus, om te kijken (als ze gespeeld hebben) naar de cijfers voor Kjeld en de teamprestaties. Als ik dan zie Kjeld een 5, even kijken wat hebben de anderen? Ook een 5, dan is het goed.”

En ja natuurlijk schrikken ze enorm als er iets misgaat of als Kjeld tegen de grond knalt. Maar als dan na wat bezorgde appjes er de volgende dag bericht komt dat de neus er nog aan zit, is dat weer een hele opluchting.

Er komen nog veel meer mooie verhalen, te veel om hier op te schrijven. Over de andere twee kleinzonen Stan en Mart, die Albert uitnodigden voor een wedstrijd van FC Liverpool. Zij hadden voor hem een filmpje gemaakt over de FC en aan het eind stond ‘ga je mee?’ In het stadion kreeg hij kippenvel toen 50.000 mensen ‘You’ll never walk alone’ begonnen te zingen. En het prachtige pech-onderweg-verhaal richting Leeuwarden, waar de Wegenwacht het hele stuk naar het Kalverdijkje voor de zekerheid achter ze aan bleef rijden toen ze vertelden dat ze op weg waren naar Donar….. “Vroeger namen wij ze aan de hand overal mee naar toe en nu nemen ze opa mee voor een uitje!” Albert lacht en geniet zichtbaar van de herinneringen.

“En hij is nog lang niet uitverteld!” vult Arendje aan.

Dat geloof ik direct. Als laatste vraag ik Albert of ze nou eigenlijk meer Donar-fan of Kjeld-fan zijn.

“Kjeld-fan” zegt hij direct lachend. “We passen al onze afspraken aan, we zeggen we kunnen niet want Kjeld speelt. Maar als hij ooit stopt of ver weg gaat spelen, blijven we natuurlijk altijd naar Donar gaan, maar dan misschien wel wat minder.”

We hadden nog heel lang door kunnen kletsen en herinneringen ophalen. Als ik naar buiten ga bekijken we op de gang nog even wat foto’s van alle kleinkinderen, ook van kleine Kjeld. “We zijn heel blij met ze, ze hebben veel aandacht voor opa en oma”, zegt Arendje tevreden tot slot.

Dat moge duidelijk zijn, want tussen alle verhalen en herinneringen door blijkt hun grote betrokkenheid en enorme trots. Een opa en oma om heel blij mee te zijn.

Annemieke van der Klei

Deel op social media

Meld je aan voor de

Donar Nieuwsbrief

Donar gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren.

Accepteren