Nieuws

Luc Mulder: "Ik loop nergens voor weg"

Laatst geupdate: woensdag 09 augustus 2023

8 DEC 2021 - Luc Mulder was jarenlang – 12 om precies te zijn – de man achter het team van Donar. Letterlijk. Hij was namelijk de verzorger en in die hoedanigheid zeer bekend bij het grote publiek. Tegenwoordig is hij begeleider van buitenlandse teams die in Groningen spelen en tijdens de wedstrijden zonder publiek is hij aanwezig als EHBO-er.

lucmulder.jpg

“Ik ben als verzorger begonnen in het seizoen onder Pep Claros. Ik zat altijd op de tribune en ik ergerde me eraan dat er geen EHBO was. Daar ben ik met succes een hele tijd over aan het zeuren geweest tegen de mensen op het bureau. Toen er vervolgens een vacature kwam voor verzorger was het bingo.

Pep was zo van: dit is onze verzorger, die is vrijwilliger en daar blijf je vanaf. Dat heb ik met Hakim Salem zo gehad en ook met Ivica Skelin. Dat werkte goed hoor.”

Heb jij een speciale band overgehouden aan die periode met coaches of spelers?

“Nee en dat is bewust. Ik heb wel eens gezien dat er mensen ongelijk behandeld werden bij anderen en dat wilde ik voorkomen. Natuurlijk praat je met de een wat meer dan met de ander. Maar verder dus geen persoonlijke band om dat soort dingen te vermijden.”

Waren er wel periodes die je bijzonder bijgebleven zijn?

“Ja, het hoogtepunt blijft toch dat seizoen waarin we de halve finale van de Europacup gehaald hebben. Dat was echt een topjaar. We hadden ons Waterloo in Venetië, wel toepasselijk met al dat water.

Verder beleef je altijd wel bijzondere dingen. Elk jaar is er wel iets dat eruit springt. Je zit bijvoorbeeld in Turkije aan het ontbijt. Je zit daar aan tafel met onder andere Steve Ross naast je. Maar die heeft daar een heel bord met gekookte eieren voor zich staan. Dan ga ik liever een paar tafels verder zitten hoor. Maar wel een heel prettige persoonlijkheid. Zo heeft iedereen zijn eigen vaste gewoontes en daar hou je rekening mee. Bijvoorbeeld hoe je spelers een handdoek of bidon aanreikt – je moet zorgen dat je dat altijd op dezelfde manier doet. Alles moet kloppen, zodat de spelers nog maar één ding hoeven te doen.”

Toen Luc enkele seizoenen geleden uit de spotlights stapte leek hij haast verdwenen. Ondertussen was hij gewoon altijd in MartiniPlaza te vinden.

“Ik krijg nu niet meer alle aandacht. Gelukkig niet. Nou ja, gelukkig – dat is weer wat anders. Het is wel zo dat ik nog steeds vaak word herkend. Het was destijds ook geen reden om er mee op te houden hoor. Ik loop nergens voor weg. Dus daar ook niet voor. Maar het was gewoon tė veel.

Ik ben er lekker mee gestopt en ja, vervolgens begon het al snel weer te kriebelen. Dus ik naar het managementbureau. Ik zeg: ik wil weer wat doen. Zo kwamen we te spreken over het begeleiden van de buitenlandse ploegen. Daar hadden ze nog niemand voor. Dus ik zei: hier ben ik.

Zo gauw die lui hier aangemeld zijn ga ik me een beetje in de ploeg verdiepen, beetje lezen over de plaats waar ze vandaan komen en de achtergrond. Ik wil wel geïnformeerd zijn over het team dat ik begeleid. Vanaf het moment dat ik samen met de chauffeur van de bus naar Schiphol rijd ben ik bezig en begeleid ik ze. Ik probeer alles voor ze te regelen en als ik het zelf niet kan bel ik met het managementbureau. Ik ben overal bij – training, hotel, vervoer, etc. totdat ze weer op Schiphol staan en ik ze een hand kan geven. Dat zijn dus korte periodes, drie dagen, maar dan wel heel intensief.”

Hoe bevalt deze rol?

“Ik vind het prachtig om te doen, je ontmoet allerlei mensen, ze worden gaandeweg steeds losser en ik krijg veel dankbare en goede reacties. Nadeel is dat je soms vroeg op moet. Bijvoorbeeld toen die Oostenrijkers weer terug moesten, zaten we ‘s morgens om vijf uur in de bus om ze terug naar Schiphol te brengen. Dat hoort er ook bij.

De London Lions en Medi Bayreuth heb ik helaas gemist. Ik lag in bed en kon helemaal niks, niet staan, niet zitten en eigenlijk ook niet liggen. Voordat ze wisten wat er aan de hand was, was ik twee weken verder. Nu heb ik medicijnen en gaat het weer prima met me.

Ik verwacht straks wel weer aan de bak te moeten bij de Belgische teams die van wat verder weg komen en dus willen overnachten. Ik weet natuurlijk alles te vinden, kan de chauffeur helpen met een parkeerplaats en de beste route naar het hotel en dat is niet overbodig met al die omleidingen tegenwoordig.”

Luc Mulder is nog lang niet weg bij Donar. Gelukkig maar, want rasoptimisten zijn altijd welkom!

ADRIAAN VAN DEN BRINK

Deel op social media

Meld je aan voor de

Donar Nieuwsbrief

Donar gebruikt cookies (en andere technieken) en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren.

Accepteren